
Het verhaal van Marloes
Marloes kampt al jaren met vage klachten. Soms heeft ze een duidelijk gevoel van ademnood en luchttekort. Dan kan ze moeilijk slikken en voelt het net alsof er iets in haar keel zit. Ze ziet er steeds vaker tegenop om naar andere mensen te gaan. “Je weet maar nooit” of haar klachten daar ineens opspelen.
Marloes heeft ook geen controle over haar klachten. De laatste tijd krijgt ze ook last van haar hart. De dokter kan voor haar hartkloppingen geen duidelijke oorzaak vinden. Hij stelt ademtherapie door een fysiotherapeut voor. Marloes ziet dit niet zitten.
Ze is niet gerust gesteld dat haar huisarts niets heeft gevonden, het maakt haar juist angstig. Als er niets te vinden is moet er toch wel iets ernstigs aan de hand zijn!!
Ik wil van mijn moeheid af
Ze is wel eens bang dat ze op korte termijn dood zal gaan. Thuis werkt ze hard en nauwgezet. Daar mankeert er gelukkig niets aan. Twee keer per week worden de ruiten gedaan en iedere dag wordt er even stof gezogen. Het interieur ziet er uit als een plaatje. Ook haar kleding en die van de kinderen is om door een ringetje te halen.
De laatste tijd raakt Marloes echter steeds meer vermoeid, zij voelt zich soms moedeloos. Uiteindelijk luistert ze naar de raad van een vriendin die haar naar Mark ten Seldam verwijst omdat die haar goed geholpen heeft toen ze zelf in een moeilijke periode zat en last had van vage buikpijn.
In plaats van een behandeling stelt Mark aan Marloes voor dat ze haar klachten eens “gaat onderzoeken” om te leren luisteren naar de non-verbale boodschap van haar lichaam.
Hoe ontstaan een overlevingspatroon?
Marloes luistert zeer sceptisch naar zijn verhaal, maar ze staat wel open om haar klachten eens in een ander perspectief te onderzoeken. In de therapeutisch veilige situatie is zij in staat om haar benauwdheid en fysieke spanning te voelen. Ze ontdekt dat haar klachten ontstaan uit perfectie.
Ze wil alles zo goed mogelijk doen; een goede moeder en echtgenote zijn, een steun voor haar vriendinnen, een goede dochter etc. Eigenlijk blijkt Marloes heel bang te zijn om tekort te schieten. Dat geeft haar een gevoel van afwijzing. Afwijzing geeft haar een leeg gevoel in haar buik, een gevoel van “niets waard” te zijn.
Dit blijkt een heel oud gevoel te zijn. Via enkele, voor Marloes, pijnlijke situaties herinnert ze zich een situatie op de kleuterschool met de juffrouw. Toen voelde ze zich zo afgekeurd, zo waardeloos. Die pijn van toen voelt ze nu weer in haar hart. Om die verschrikkelijke pijn nooit meer te hoeven voelen heeft Marloes, toen ze vier jaar was, allerlei spiergroepen in haar lijf aangespannen in de hoop zo haar gevoel te kunnen onderdrukken.
Daarbij komt de gedachte dat kennelijk alleen iets wat “goed” is meetelt. In vergelijkbare situaties heeft Marloes sindsdien altijd haar best gedaan. Zo voelde zij de pijn niet meer zo bewust. Nu ze 35 is lukt het niet meer zo goed, om op deze manier te blijven doorgaan.
Het kan ook anders!
Marloes is erg gechoqueerd als ze erachter komt dat ze eigenlijk fysiek en emotioneels soms nog als een vierjarige reageert. Ze ziet ineens allerlei recente situaties in een heel ander perspectief. Een van de eerste beslissingen die ze neemt is nu te gaan doen wat goed voor haarzelf, in plaats van te doen wat anderen mogelijk van haar verwachten. Ze beseft dat ze heus wel haar best mag doen maar dat dit niet meer constant, en eigenlijk dwangmatig, hoeft plaats te vinden.
Die benauwdheid en die hartkloppingen waarvoor ze kwam ziet ze nu ook in een ander perspectief. Ze begreep die klachten toen niet zo. Als ze nu diezelfde signalen krijgt dan weet ze dat haar onbewuste haar een signaaltje geeft; waar wordt er (nog onbewust) door anderen iets van haar verwacht?
Bewust en autonoom leven
Marloes wordt zich zo veel bewuster van haar leven en beleven. Zij kan nog steeds op haar oude manier reageren maar ze heeft er nu een keuzemogelijkheid bij gekregen. Marloes heeft na deze ontdekking duidelijk meer energie en haar klachten zijn bijna verdwenen. Ze kan het nog nauwelijks geloven. Nu ze veel bewuster leeft ontdekt ze ook nieuwe pijngebieden. Hoewel ze het daar best wel eens moeilijk mee heeft denkt ze het nu op eigen kracht te kunnen redden.
Ze is de afgelopen tijd duidelijk gegroeid in haar gedrag. Een bijkomend “cadeautje” is dat ze bij haar kinderen en soms bij andere volwassenen haar “oude patroon” herkent. Het kost haar nu geen moeite hen open en begrijpend tegemoet treden. Ze begrijpt ook ineens waarom ze aan bepaalde mensen zo verschrikkelijk de pest heeft; die hebben ergens iets weg van die lerares van toen!